02 Aug
02Aug

Wat is een overlevingsmechanisme?

Een overlevingsmechanisme is aangeleerd, vaak onbewust gedrag, dat je heeft geholpen om door bepaalde pijnlijke of onplezierige situaties heen te komen. Vaak dient zo’n mechanisme je niet meer als je ouder bent geworden. Sterker nog, het kan je flink in de weg zitten. 

Meestal ontstaan overlevingsmechanismen, ook wel overlevingsstrategieën genoemd al in de kindertijd. Als kind was je namelijk volledig afhankelijk van je ouders en/of verzorgers. Het krijgen van veiligheid, liefde en aandacht was van levensbelang. Toen je jong was kon je niet overleven in je eentje. Je deed er alles aan om je veilig en geliefd te voelen. Soms was er een tekort aan aandacht, liefde, emotionele of fysieke zorg. 

Ouders maakten bijvoorbeeld vaak ruzie met elkaar en hadden daardoor te weinig aandacht voor hun kinderen. Een ouder kon zelf ook getraumatiseerd zijn en daardoor niet weten hoe het met de emotionele behoeften van het kind kon omgaan. Ouders konden gewelddadig zijn in woorden en daden. Ouders konden mogelijk niet in staat zijn om veiligheid te bieden of om aandacht en liefde te geven, of waren juist overbezorgd, claimden zelf de liefde van het kind, of waren juist afwezig. 

Alle scenario’s zijn mogelijk. En natuurlijk kan het ook zijn dat alles gewoon fijn was in het gezin, maar dat er een bepaald gedrag van één van de ouders werd overgenomen. Soms is er op materieel gebied alles aanwezig, maar op emotioneel gebied is er een afstand tussen ouder en kind. Hoe dan ook, ouders zijn ondanks hun goede intenties meestal niet perfect en hun gedrag is vaak goed te begrijpen. 

Dat neemt niet weg dat een kind regelmatig een overlevingsmechanisme heeft moeten ontwikkelen om genoeg aandacht te krijgen en/of het te redden als kind in deze maatschappij. 

Als volwassene, kun je op een gegeven moment je overlevingsmechanisme als een belemmering ervaren. 

Hoe kun je jouw overlevingsmechanisme herkennen? 
Stel, je wilt promotie maken, maar je kruipt steeds een beetje terug, zodat anderen de kans krijgen en jij niet.
Of je geeft zoveel aan anderen dat je jezelf vergeet met als gevolg uitputting of een burnout.
Of je werkt zo hard om waardering te krijgen van anderen, dat je kwijt bent wat je eigenlijk zelf wil.

Overlevingsmechanisme categorieën:

Een aantal basis strategieën of mechanismen zijn grofweg op te delen in een aantal hoofdgroepen, waarbij verschillende combinaties en gradaties mogelijk zijn.

1. Vechten

Je hebt als kind geleerd om aandacht te trekken door lastig te zijn. Je schreeuwde, je speelde de baas en je had weinig oog voor de mensen om je heen. De aandacht die je kreeg was doorspekt met irritatie en boosheid. Maar aandacht was er, ook al was die negatief. Vaak hebben volwassenen met dit overlevingsmechanisme niet door waarom anderen hen mijden. Ze voelen zich snel boos en uiten dit door dominant of agressief gedrag. Dit pittige gedrag zorgt ervoor dat de boel schijnbaar onder controle wordt gehouden. Van binnen voelen deze mensen zich vaak onzeker of minderwaardig. Terwijl ze zich alleen maar goed willen voelen over zichzelf.

2. Vluchten of vermijden

Je hebt al vroeg geleerd om uit beeld te blijven, vaak was dat rustiger of veiliger. Als kind (en misschien nog steeds) was je gevoelig, de prikkels van buiten voelden al snel intens aan. Daarom ging je zoveel mogelijk naar je eigen kamer en was je het liefst alleen. Volwassenen die dit mechanisme hebben ontwikkeld, zeggen dat ze het idee hebben niet echt in het leven te staan. Ze voelen vaak een eenzaamheid van binnen. Ze vluchten in werk of andere bezigheden, soms verslavingen. Ook voelen ze zich onzeker in groepen. Ze vragen weinig aandacht en kunnen zich soms onzichtbaar maken.

3. Bevriezen

Bevriezing is een natuurlijk reactie op stress, op een heftige gebeurtenis, op die daverende klap van een naar bericht wat je hoorde. Je versteent als het ware, je voelt je koud worden, het is alsof alles aan jou voorbij gaat. Bevriezing is een vorm van wegduiken. Jezelf niet meer zien of horen. Maar het blokkeert je ook. Je dooft jouw gevoelens en je ondergaat je leven. Je houdt je adem in en je hebt het gevoel alsof alles vast zit in je lichaam. Je mijdt contacten met anderen, je voelt je leeg en lusteloos. Alsof je er niet bij bent en je voelt niet meer. Je communiceert ook kil en koud. Jouw mimiek wordt ondoorgrondelijker. Anderen kunnen moeilijk aan jou zien dat het jou raakt. In je reactie verstijf je ook, je verwijt/ beschuldigt. Je zegt niet: 'zou je me nu eens willen vastpakken?, nee je zegt: 'Je pakt me ook nooit eens vast". In feite zet je een masker op.

4. Pleasen

Als kind deed je erg je best om het allemaal goed te doen. Je had precies door hoe de ander zich voelde en je paste je zoveel mogelijk aan. Je deed erg je best om alles binnen het gezin in rechte banen te leiden, zodat er een veilige stabiele omgeving voor jou ontstond. Deze volwassenen hebben voelsprieten voor hun omgeving ontwikkeld, zodat ze overal op in kunnen springen. Hun aandacht is constant naar buiten gericht, ze geven veel en ze zijn alert op externe signalen. Het risico is dat ze zelf niet voelen wat ze nodig hebben en over hun grenzen (laten) gaan, met als resultaat uitputting of een burnout. 

Gevolg
In alle hierboven genoemde situaties kom ik tegen dat mensen zijn gestopt met voelen. Het was niet veilig, werd niet gezien, gewaardeerd dat je als kind emoties, behoeftes en gevoelens had. Leren voelen wat er echt is, bevordert weer een gevoel van eigenwaarde. Wat je voelt en wilt is belangrijk. 

Onder de boosheid van groep 1 zit vaak verdriet en kwetsbaarheid.
Onder het vermijden en bevriezen van groep 2 en 3 zit vaak verdriet en angst.
En onder het pleasen van groep 4 zit vaak de pijn van het niet gewaardeerd worden en het gevoel dat er over hun grenzen wordt gegaan. 

In het verleden was er bedoeld of onbedoeld, misschien niet voldoende ruimte voor jouw behoeftes en gevoelens. Nu je volwassen bent, mag je daar alsnog de ruimte voor gaan nemen. Tijdens een coaching sessie kijken we naar waar je overlevingsmechanismen zijn ontstaan, je leert weer om te voelen/kijken wat er op dit moment is. Je geeft aandacht aan wat er nodig is en je maakt nieuwe keuzes die beter bij je passen op dit moment van je leven. 

Tijdens een ademsessie kunnen we vervolgens de negatieve emoties die je vroeger hierbij hebt opgebouwd en die je nu blokkeren op laten lossen. En dit puur door met jouw adem hierheen te gaan, ze te erkennen en los te laten. Het fijne is dat je weer meer ruimte voor jezelf gaat ervaren en dat zorgt ook voor meer vertrouwen in jezelf en in je toekomst. Je komt weer meer bij jezelf uit en dat voelt rustiger en stabieler.

Wil je hier begeleiding bij? Neem dan contact op via de pagina contact

Comments
* De e-mail zal niet worden gepubliceerd op de website.